De Ascendant

Omdat het van groot belang is om de essentie van de Ascendant te begrijpen, volgt hieronder integraal de beschrijving uit het werkboek bij de Mandala-Horoscoop.  Belangrijke stukken uit de tekst zijn gearceerd.

‘Ascendre’  betekent ‘stijgen’. Het woord wil in astrologische zin het volgende uitdrukken:  uit de onbewuste omgeving van het zielenlandschap stijgt periodiek een bepaalde ziel op die belichaamd wordt door bepaalde samengestelde ingrediënten die incarneert in de zichtbare wereld. Het punt waarop de ziel zichtbaar wordt, is het geboortepunt. Zo ontspruit dus de geboortehoroscoop. Trekt men vanaf de geboorteplaats een lijnrechte lijn naar het oosten (dus in de richting waarin de Zon opgaat), dan raakt deze lijn in de sterrenhemel een bepaalde dierenriemgraad (b.v. 4 graden Boogschutter). Dit punt is dan de Ascendant. Zijn betekenis is bij de verschillende stromingen binnen de Astrologie verschillend. Iedere astrologieschool heeft hierover een eigen opvatting: zo ook wij!

Ons beeld ziet er als volgt uit: we stellen ons voor dat de mens een Russisch poppetje is, zo’n ‘pop-in-de-pop’ . Hij bestaat dus uit personen die zich in andere personen bevinden. Zo zijn  Mars, Venus, Mercurius, Uranus, etc. allemaal eigen personen.  Al deze personen, zeg maar poppen, passen in elkaar zodat de buitenwereld slechts een persoon ziet als de buitenste pop.

Deze buitenste poppenschaal kan uit een mengsel bestaan van drie personen, namelijk de Zon (het Ego), en de poppen Venus en Mercurius.  Deze drie personen vormen ofwel de buitenkant ofwel de eerste schaal en ieder mens kan over deze verkleedvormen elk moment vrij beschikken.

Het is belangrijk te weten dat deze drie (eigenlijk vijf, omdat Venus en Mercurius tweemaal voorkomen) personen nooit verdrongen kunnen worden. Symbolisch gezien wordt dit benadrukt door het feit dat de Zon, Venus en Mercurius geen vierkant (90°) kunnen maken met elkaar in een horoscoop, laat staan een oppositie (180°).  Zij vormen dus de buitenkant van de Russische pop. Natuurlijk kunnen deze personen problemen hebben met elkaar : zij kunnen door andere (onbewuste of bewuste) personen in stelling worden gebracht, gemanipuleerd, lastig gevallen worden of bezeten zijn, maar zij blijven oppervlakkig en daarmee toegankelijk voor het bewustzijn.

Zij worden - in tegenstelling tot andere personen - nooit in zijn geheel  verdrongen, d.w.z. naar de binnenste der poppen gestuurd, waar ze niet meer door het bewustzijn bereikt kunnen worden.

Onder deze buitenste schalen bevinden zich de andere personen. Des te dieper ze zich in het innerlijk bevinden, des te meer dragen ze bij aan het thema ‘vergeten’ (of ‘verdringing’). Zo is de persoon van Pluto altijd verdrongen, de Mars-persoon vaak (vooral bij vrouwen), terwijl Saturnus, Uranus en Neptunus perse onbewust zijn, zonder verdrongen te hoeven zijn! Deze drie personen geven het objectieve onbewuste gestalte dat staat tegenover het subjectieve onbewuste hetgeen op een persoonlijke verdringingsprestatie berust.

De binnenste pop in dit spel is in tegenstelling tot de andere poppen niet hol, maar massief. Zij bepaalt de grondvorm waar omheen de andere poppen zich vormen. Met andere woorden: de harde kern van mijn bestaan: de persoon die ik diep van binnen waarlijk ben. Mijn zijn! En dat is de persoon van de ascendant.

Maar ook dat klopt niet geheel. Want: de Ascendant is geen persoon! De Ascendant is in werkelijkheid datgene wat de meeste astrologen aan planeten toekennen: het is een thema. Een op te lossen levensopgave. Het diepste, onbewuste werkgebied dat je een leven lang als probleem voor de voeten geworpen krijgt in de hoop dat je het tegen het eind van je leven hebt opgelost en er van bent verlost.

Maar: dit levensthema (of levensprobleem) wordt bestuurd door een persoon. Deze is drager van het probleem en draagt deze last als het ware op de schouders. Deze persoon, die de harde kern van de pop-in-pop voorstelt is de heerser van de Ascendant of zoals astrologen zeggen de heerser van 1 (d.w.z. het eerste huis)!

We moeten dus onderscheid maken tussen het thema dat volledig onbewust is (AC) en de persoon die dit thema met zich meedraagt (de heerser van 1). Deze laatste zal dit thema moeten erkennen en zich tot dit thema moeten bekennen in de loop van het leven. Daartoe moet het allereerst beleefd worden, hetgeen betekent dat de probleemstelling van de Ascendant geconcretiseerd wordt aan de hand van ervaringen. 

Een voorbeeld: als ik als een zwaan in een ganzennest het leven zie, dan vormt dit in het begin geen probleem, want dan heb ik nog niet in de gaten hoe mijn buitenkant eruit ziet. Als ik echter in de loop van de tijd mijn anders zijn ga beleven, dan word ik mij op een zekere dag pijnlijk bewust van mijn betovering. Ik probeer dit de eerste 40 jaar te verstoppen, te verdoezelen, te maskeren en de schijn op te houden dat ik een gans ben. Nu begrijp ik mijn probleem in alle scherpte. Pas nu ben ik er aan toe om mij af te vragen wat de  zin is van mijn zwaan-zijn. Ik kan echter ook alle artsen en therapeuten aflopen om ze te vragen me eindelijk tot een goede gans te maken.  Deze doen dat (in de regel) maar al te graag, want zij bevinden zich op dezelfde weg. Iedereen moet namelijk het idee hebben dat zij een goede arts of therapeut zijn en geen ezel. Daarom geldt als regel: pas als een arts (of therapeut) begrepen heeft dat hij een ezel is, kan hij me op het spoor brengen van mijn zwaan-zijn.

Op enig moment gaan veel mensen op zoek naar hun ware zelf, naar hun ascendant, waar veel pijnlijke verrassingen zijn te ontdekken. Ik moet namelijk bereid zijn om uit te vinden dat ik geheel anders ben dan op het toneel dat ik voor anderen (maar in eerste instantie ook voor mijzelf) heb opgericht. De meeste mensen verwarren deze zoektocht met de zingeving in hun leven. Maar: er bestaat geen andere zingeving voor het leven dan het leven zelf. De enige zingeving in het leven bestaat eruit te ontdekken wie ik (allemaal) ben.

Om bij het zoeken van sporen die naar mijzelf leiden, enige indicatie te krijgen, kan de Ascendant- legging behulpzaam zijn.

Meer informatie kun je vinden in het Astrologische werkboek.